De huizenmarkt in de VS trekt aan, maar AkzoNobel kan daar niet meer van profiteren. ’s Werelds grootste verfmaker verkocht eind 2012 haar verfdivisie in Amerika. Tegelijkertijd gaat het in opkomende markten, waar AkzoNobel al jaren fors investeert, plotseling een stuk minder. Strategische fout of tijdelijk dipje? 

Mooie cijfers zijn het waarschijnlijk niet die topman Ton Büchner donderdag kan laten zien. Het bedrijfsresultaat over 2013 zal in elk geval niet meer dan 908 miljoen euro bedragen, zo meldde AkzoNobel al in januari. Analisten hadden op meer gerekend.

Het enige nieuws waar beleggers misschien wel blij van worden, is het feit dat het concern op schema lijkt te liggen met het verbeteren van de efficiëntie. Dat wil zeggen het dichtgooien van kleinere en verouderde fabrieken. Alle kostenbesparende operaties moeten uiteindelijk moet leiden tot hogere marges.

Omzet daalt

Snijden en hakken, dat is voorlopig ook de enige manier voor Ton Büchner om de aandeelhouders van AkzoNobel blij te maken, want een fors hogere omzet zit er voorlopig niet in.

Deels is dat vanwege het feit dat de economie in Europa  weliswaar herstelt, maar dat het nog even gaat duren voordat ook de bouw overal weer aantrekt. En als er niet wordt gebouwd, wordt er ook niet of nauwelijks geverfd.

Economieën in Azië koelen af

Een ander probleem zijn de problemen in opkomende markten, waar AkzoNobel de laatste jaren fors heeft geïnvesteerd. Nu de wisselkoersen dalen, zal de omzet uit landen als Brazilië en Turkije omgerekend in euro's fors tegenvallen.

In dat licht lijkt de stap in december 2012 om de Amerikaanse tak voor decoratieve verven te verkopen, niet heel handig. Want juist in de Verenigde Staten trekt de woningbouw aan, en dat betekent meer verf.

Heeft Büchner een foute inschatting gemaakt door de Amerikaanse verftak voor circa 800 miljoen euro van de hand te doen aan Histor-fabrikant PPG en zich wat verf betreft te concentreren op Europa en de opkomende markten?

Keuze: uitbreiden in VS of wegwezen

Analist Tom Muller van Theodoor Gilissen vindt dat te kort door de bocht. "In Amerika waren ze voor decoratieve verven de nummer vier of vijf in de markt. Dan loop je het risico dat de nummer 1 en 2 je met acties terug gaan dringen. Op dat moment heb je de keus: of je steekt er geld in om zelf groter te worden, of je trekt je terug. AkzoNobel koos voor het laatste. Of dat verstandig was of niet, weten we pas over vijf jaar."

Dat AkzoNobel ondanks de nu blijkbaar haperende groeimotor inzet op Azië en China in het bijzonder, blijft volgens Muller een verstandige strategie. "De neergang daar is tijdelijk."

De kans dat de vastgoedmarkt in China instort en daarmee de verfverkoop van AkzoNobel in dat land acht Muller ook niet groot. Misschien dat in sommige steden de huizenmarkt aan de bovenkant wat overspannen is, de vraag naar verf zal in het land blijven groeien. "China bouwt de komende jaren nog 30 steden ter grootte van Amsterdam."

En het valuta-effect dat AkzoNobel de komende maanden in andere opkomende markten parten zal spelen, ook dat is volgens Muller van voorbijgaande aard.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl